Contributieverlaging

Onder de douche na een pot voetbal is het steevast discussie. “Koud water. Zeker de rekening niet betaald?”. Bijval volgt: “Hoe kan dat nou, we betalen toch contributie?”.

Als voormalig penningmeester ben je dan de klos. Voetballers in de kelder van het amateurvoetbal vragen weinig. Een scheids, warme douches en na afloop een koud biertje. Contributieverlaging was in al die tijd nooit een thema. Ook niet tijdens de jaarlijkse Algemene Ledenvergaderingen trouwens. Betere voorzieningen wel. Zoals nieuwbouw, jeugdactiviteiten en de kantine inrichting.

In tegenstelling tot het amateurvoetbal, is de hoogte van de contributie in de politiek wél een populair thema. Neem onze premier, hij beloofde in 2012 “duizend euro voor iedere werkende Nederlander”. Ook in de Barendrechtse politiek leeft het thema. Afgelopen begrotingsbehandeling ondernam de SGP/CU een poging de lasten te verlagen. Ik wees hen er tijdens het debat op dat de gemeente Barendrecht thans nog ruim € 100 miljoen aan langlopende schulden heeft af te lossen.

Is het verstandig je inkomsten te verlagen, als je nog een berg schulden hebt? Landelijk wordt dit politieke debat weinig gevoerd. Bij de minste of geringste meevaller, wordt vooral gestreden hoe dat te besteden. Even in perspectief: onze rijksoverheid begroot met een jaarlijks tekort. Maximaal 3%, dat schrijft de EU voor. Een meevaller betekent feitelijk dat het tekort minder is dan verwacht. Maar Nederland geeft jaarlijks meer uit dan er binnen komt. Er ligt nu een voorstel bij de 1e Kamer voor € 5 miljard lastenverlaging. Dat voorstel dreigde tot deze week te sneuvelen door gekibbel in de marge. Je hoort weinig dat het überhaupt vreemd is dat we de overheidsinkomsten verlagen, terwijl Nederland een staatsschuld heeft van ruim € 476 miljard.

De verklaring dat er toch cadeautjes worden uitgedeeld is simpel: Politiek. Cadeautjes uitdelen scoort. Maar op de pof leven is doorgaans een slecht idee. Geld lenen kost geld. Ook in Barendrecht. “Leuk en aardig, maar u komt ook met nieuwe plannen die geld kosten!”, hoor ik u denken. Inderdaad. En die plannen financieren we nou juist niet door uw contributie flink te verhogen. Financiering van die voorstellen is gevonden door te besparen. Contributieverhoging kan ook te makkelijk zijn. In de jaren dat ik penningmeester was, is de contributie overigens niet omhoog gegaan. Daarnaast – niet onbelangrijk – bleef de prijs van een biertje in de kantine gelijk. Wel realiseerden we in die periode nieuwe kleedkamers en een nieuwe hoofdtribune.

Lennart van der Linden

Share this: